vrijdag 29 mei 2009

Mijn krantemadam is gestopt..

.. en dat is een gigantisch verlies voor de wijk.In één klap raakt de buurt haar moeder, maatschappelijk werkster, vriendin en vertrouwelinge kwijt.Voor mij was het mijn elixirtje toen ik er iedere ochtend mijn gazet ging halen.
Het is absoluut niet overdreven, als ik stel, dat zij van haar klanten hield. Haar vriendelijkheid was gemeend en had absoluut niks vandoen met de geforceerde social talking die sommige zelfstandigen hanteren om klanten te lijmen.
Nogal wat anders dan de oude VandeKerckhove die verleden jaar zijn deuren sloot. De bakkerij is nu overgenomen, maar ineens stond je daar – out of the blue - op een dinsdagochtend voor een muur, een gesloten deur en een zwaar rolluik. Geen bericht of respect voor de klanten.
Merci of bedankt ? Nougabollen. Klanten zijn honden : het vuil van de straat.

Niets van dat alles bij onze krantemadam. Tijdens de warme zomers ging zij de oudjes opzoeken in de blokken aan de Papenvest, ongerust omdat ze 's morgens hun krant niet kwamen ophalen. Ze had altijd wat dropjes bij de hand voor het kleine grut en een drinkbakje met vers water voor de poedels van de madammekes. Kinderen die teveel snoepten en hun geld verbrasten gaf ze, en passant - zonder te moraliseren - een kleine levensles, waarmee ze overigens tegen haar eigen winkel reed.
Je hoorde er nog onvervalst Brussels bij de oudjes die bleven hangen en hun babbel deden, soms met 2 of 3 tegelijk en vaak in de weg in de piepkleine winkel : het kon allemaal. Dat maakte het verschil tussen de kleine zelfstandige en de supermarkt om de hoek.
Je kon met haar een gesprek hebben over het leven, ze was er zelf door getekend na het verlies van een dierbare, maar ze was niet verbitterd. Driemaal overvallen in één jaar : zij startte zelf een petitie in de wijk om dit aan te klagen.
Bejaarden die dementeerden benaderde zij liefdevol en discreet. Pakjes voor de buurt werden bij haar gedeponeerd. De postbode had er zijn vaste stek.
Iedere ochtend bij het verlaten van de winkel riep ze de klanten toe : "Nog een heel aangename dag." Je hoorde het zelden zo gemeend, het was een uitstekend begin van de dag.

Zij was de kleine Vuurtoren van de Duivelshoek.

Haar man had dezelfde generositeit, alleen zag je het niet. Maar dag na dag, stipt om 6u30 of zelfs vroeger was hij paraat en was de winkel open. Dat is nu wel even anders.
Ze namen overigens nooit vakantie : je kon je klanten toch niet in de steek laten.

De buurt is verweesd : het lijkt wel of er iemand is overleden.
Gelukkig woont ze nog om de hoek en heeft ze aan jovialiteit niets ingeboet.

Het zijn die geruisloze krachten die de stad leefbaar en menselijk maken.
Natuurlijk is zij niet vervangbaar.
Toen de winkel sloot was er geen afscheidsspeech, de burgemeester was er niet, geen cadeautje of ruiker bloemen.
Alleen maar dit kleine Eresaluut van een verweesde klant : voor hun beiden.

De Duivelshoek heeft een beetje van zijn glans verloren.

1 opmerking :

  1. Toen ik dit las : was ik diep ontroerd , dit is een eresalut dat we nooit hadden verwacht .
    Graag zou ik weten wie dit subtiele stukje heeft geschreven om samen een koffie te drinken . De krantenmadam

    BeantwoordenVerwijderen