donderdag 15 april 2010

Stadsbrief

Beste Bruksel,

Naar analogie met mijn vorige brief wil ik u bij deze een ander interessant spoor aanwijzen, in onze binnenstad, maar ook en steeds meer, in de omliggende gemeenten.
Zolang Brussel-Halle-Vilvoorde niet is gesplitst begint het fenomeen ook al uit te lopen naar, vooral Linkebeek, St-Genesius Rode en Wezembeek-Oppem, maar terzake.

Er was in vroegere tijden sprake van ronddolende zinnekes, maar zelden of nooit komt men nu nog verdwaalde schobbejakken tegen.
Helemaal anders is het gesteld met de zogenaamde zwerfkatten, welke ons voortdurend voor de voeten lopen, harig kopje tegen de broekspijpen, schooiend achter een hap of aai.

Ik heb met die beesten te doen.
Gelukkig zijn er de talloze kattemadammen die iedere spleet en plek kennen waar de beesten zich ophouden en deze volstouwen met koterijen, eetbakjes, kussens en mandjes.
Een heel eigen soort architectuur.
Zo kan je een heel tracé uittekenen van kattesoigneuses, verlopen poezen en hun residenties :
De Zwerfkattenroute, gegidst door de Madammen.

Geef die naamlozen tegelijk een naam en een smoel. Breng ze in kaart.
Maak een spetterend Facebook van uw kattenbestand, zodat we die beestjes kunnen aanspreken en herkennen.
Onderweg uiteraard met de nodige animatie, poezepoëzie bijvoorbeeld. En muziek, maar dan eerder kattegejank (moet niet moeilijk te vinden zijn), veel kitekatkits uiteraard en verse melk en muisjes.

We geven de stad aan de Straatkatten, al was het maar voor één weekend.

Je,
Pacha Kroet.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten