Eén week nadat ik het Schorsmeisje ontmoette in het Fontainaspark kom ik haar opnieuw tegen, in de Anspachgalerij onder het spilzieke casino.
Ditmaal is ze te voet, ze lacht genoegzaam, niet uitbundig, maar in haar ogen lees ik een zekere vrede en gelukzaligheid.
Ze draagt identiek dezelfde kleren en het hoedje als verleden week.
Onder haar rechterarm zitten 3 forse takken geklemd, de geur van het verse hout overklast met stip het parfum van de helverlichte galerij.
Ze lijkt zo weggelopen uit het sprookjesbos waar ze sprokkelhout verzamelde voor warme verhalen rond het kampvuur.
Ik geloof nooit dat zij hout brandt, haar liefde voor de schors en het boomweefsel is verschroeiend.
Ze heeft niet één maar vele vriendjes, zoveel is duidelijk. De platanen, kastanjelaars of berken in de binnenstad, ze bemint allen hartstochtelijk.
Heel even doet ze me denken aan The Log Lady uit Twin Peaks, ook al een serie waar de bossen een prominente rol kregen toebedeeld.
Ze heeft een missie, maar het zou zonde zijn haar hiermee lastig te vallen.
Vermoedelijk zou ze enkel geheimzinnig glimlachen.
Het mysterie mag bestaan.
Poëzie hoeft niet te worden verklaard.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten