zondag 10 juli 2011

De Japanse Tsunami

Op de Grote Markt word ik al overrompeld door een enthousiaste groep fotograferende Japanners. Spleetoogjes in aanslag wordt iedere steen van Stadhuis, Broodhuis of de Hertogen van Brabant binnengezogen. Ja, zelfs het megapodium van de Vlaamse Feestdag blijkt een fotografisch unicum.
Op zondagochtend, amper 8u22 mag een mens een rustige zitplaats verwachten op de trein tussen Centraal en Antwerpen.
Twee volle wagons barstenvol met het Volk van de Rijzende Zon. Geen doorkomen aan, zware rugzakken, handbagage uitpuilend met de nieuwste modellen smartphones, Ipads en flinterdunne mobieltjes.
Eén meisje bekijkt een film op haar Ipad. Het is een, voor een zondagochtend, uitermate wrede en gewelddadige film. Het bloed spat haast op de azuurblauwe zetels.
Alle Japanners hebben korte beentjes, dat scheelt, zodat ik toch nog een plek kan veroveren temidden de Nippons.
Behalve het meisje met de karateprent slapen alle Aziaten : de rust van de Boeddha is over hen nedergedaald. Sommige met een Zorro-masker om het verblindende licht van de grijze zondagochtend te dempen. Anderen, meestal meisjes, liggen hoofd aan hoofd te knikkebollen.
Eén meisje slaapt met een kussen rond haar nek. Japanners zijn vooruitziend.
Af en toe staat er ééntje op zodat het toilet voortdurend bezet is. Een jongen heeft dik ros haar, maar dat is niet naturel, dat ligt er vingerdik op.
Een koppeltje vertrekt giechelend, hand in hand, naar het toilet. Nu kunnen we het helemaal schudden.
Ze laten hun bagage onbewaakt achter tussen hun slapende landgenoten, ondanks de waarschuwing in vier talen van de conducteur die ons attent maakte op pickpockets.
Een Engelse term welke hij herhaalt in het Nederlands, Frans en Duits maar in het Engels wordt dat thiefs on the train.
Een meisje met bloemetjes Zorro-masker slaapt heel diep, haar kleine mondje lichtjes geopend. Het lijkt me geen snurkerstype.
Stel je voor : een treinwagon tot de nok gevuld met dikke snurkende Japanners.
Ik zet het beeld snel van mij af omdat het Karatemeisje is overgeschakeld naar een animatiefim in Mangastijl : een al even agressieve movie met pikante personages.
Het meisje heeft een brede smaak maar het bloed is een constante.
Ik moet haar maar eens True Blood aanbevelen, dat is heel andere koek dat de uitgesmeerde ketchup op haar scherm.
Bij het verlaten van de wagon stoot ik nog op een kolossale Sumo worstelaar. Hij slaapt, de benen wijdopen en bezet daardoor met gemak twee plaatsen. Wie doet mij wat ?
Ik kijk wel uit, één tikje op zijn gigantische tenen, terwijl hij slaapt, er blijft alleen stof van mij over.
Ik ben de enige die uitstapt in Antwerpen, had ik wel gedacht, de Hollandse Trotter heeft hen wijsgemaakt dat Artis velenmale interessanter is dan de Zoo aan het Centraal.
Bij het buitenkomen in de Pelikaanstraat ontmoet ik alleen maar mannen met hoge hoeden, pijpekrullen en lange baarden. Ze fietsen, rug kaarsrecht, naar hun koosjere winkels.
Een groep kinderen staan luidkeels te wachten vóór het Lindner Hotel. Eén animator is van Japanse origine, het thema van het kamp : zwaaiende vlaggetjes met de beeltenis van de Rijzende Zon.
Dat kan geen toeval zijn.
De Japanse leider, wiens Totem ik al kan raden, leert hen al meteen een Japanse spreuk bij de ochtendgroet.
Nog twintig jaar en het Japans wordt, na het Arabisch, onze vijfde moedertaal.
Zij zijn wellicht talrijk, maar wij hebben één groot voordeel : wij zijn véél taalrijker.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten