vrijdag 5 december 2014

De ochtendbus

Al om halfnegen geeft de chauffeur niet thuis.
Mijn bonjour blijft galmen in de lege bus.
De eerste passagier is een knappe kortharige vrouw, beetje Sinead O'Connor in jongere dagen, maar even zuur. Ze had zich het leven anders voorgesteld.
De overladen gemaquilleerde madam, met donkere bril, zet zich meteen op de blinde plek achter de chauffeur. Ze moet de zwarte nacht verwerken of de verschrikkingen van de dag nog even uitstellen. Of beide.
De man achter mij lacht zuinig, hij stinkt naar goedkope pils en urine.
Eén te jonge Latina stapt op aan Simonis. Het kleine meisje op de schoot heeft slechts één oorring. Allebei onderweg naar school.
Een jogster komt hijgend binnen, ze klapt meteen haar miniscuul rugzakje open en begint verwoed te tokkelen. Stilstaan is sterven. Ze meldt haar tijd aan haar vriend of eerder aan een vriendin. Die is oprecht geïnteresseerd.
De vrouw recht tegenover mij neemt een overrijpe banaan uit haar tas. Hoog tijd. Dan blijft ze wat verweesd achter met de schil. Gelukkig zit de bus vol.
Een vrouw, nochtans appetijtelijk maar te kortgerokt pronkt in de middengang. Miscast.
De lange vrouw naast haar heeft wel die troeven maar verstopt ze onder haar strakke jeans.
Vrouwen ? Ze blijven de meest mysterieuze wezens van het universum. Ik zal eerder de Marsmannetjes vatten.
Aan Miroir vertrekt de bus net als een licht hinkende vrouw komt aangelopen.
De chauffeur moet gevaarlijk manoeuvreren om haar alsnog te laten opstappen.
Ik heb hem verkeerd ingeschat.
Hij lacht zuinig naar de vrouw. ça va ? - ça va, merci monsieur.
It makes his day maar hij beseft het niet.
Nog niet.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten