woensdag 29 november 2017

One Flew Over Koekjes Nest

Hij wil nog een koekje.
De tram zit berstensvol en de vraag op ieders lippen : wie wint er ?
De moeder, jong en moedig, maar tegelijk schroomvol, ze tuurt wat gegeneerd en schichtig rond.
Kijk, zegt ze en wijst naar de windvaantjes aan het kanaal, rood, wit, zie hoe de wind speelt met de sterretjes (of zoiets, in het Berbers).
Het kwelduiveltje weet wat hij wil. Poëzie aan het kanaal hoort daar voorlopig niet bij.
Hij zet zijn keel wijdopen, weet dat hij uiteindelijk wint.
De moeder sust maar roept niet, maakt zich niet kwaad, verliest nooit haar geduld.
Ze opent haar handtas, kijk, nog één koekje, straks als we thuis komen. 
Even is er begrip.
Thuis is wanneer ze afstappen.
Zij wint even tijd.
Dan zet hij opnieuw alle registers open. Amper drie jaar, de tram davert.
Een kind met een wil. Vakbondsmilitant, werfleider, zit er dik in, nooit kleuterleider, therapeut of vroedman.

Dan stapt de moeder af, hij bedaart.
Nog drie haltes te voet, dat overleeft ze wel.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten