vrijdag 4 april 2014

Nu of nooit

Hij lijkt wat verdwaasd maar omarmt haar fors in het middel.
Twee overjarige pubers proberen zich een houding te geven in de ondergrondse van Brussel Centraal.
Zij heeft haar beide armen stevig rond zijn nek alsof ze hem wil weerhouden te gaan lopen.
Af en toe waagt ze zich aan een ongelukkig danspasje surplace op de tonen van de muzak.
Ze staan geplakt tegen de gele aanplakborden en merken nooit dat ze de andere reizigers storen.
Ik ga nog efkes naar huis, zegt zij.
Waarom ? vraagt hij.

Beiden staan nog wankel, die prille zaterdagochtend.
Zij gaat nog efkes naar huis. Hij vraagt waarom.
Op je vijfenveertigste moet je niet teveel meer twijfelen, straks is je leven gepasseerd, kijk je achterom, spijt om wat niet is geweest.
Dan wordt het klaar, het licht verblindt. De va et vient van mensen, gehaast onderweg.
De ontnuchtering.
De stevige omarming : afscheid, troost, een niet willen kunnen mogen ? Of : laat me niet los ?
Het knaagt.
Efkes nog ?

Geen opmerkingen :

Een reactie posten