Een moment volstaat.
Bij de kruising van Tram 3 en Tram 3 aan Lemonnier, niet veel meer dan een oogopslag.
Snel een paar grove trekken met een dun potlood.
Hij kijkt nogmaals, heel indringend, genant, zij verbaasd en licht verbouwereerd.
Dan gaan de voertuigen elk hun eigen richting.
Vanuit de ogenschijnlijk simpele gelaatstrekken borduurt hij voort. Eerst neus en ogen, hij aarzelt nooit, corrigeert zonder te gommen, twee lichte plooien in de wangen, kleine mond, dunne lippen.
De neus geprononceerd, zwart halflang haar. Gans de rit tot aan VanderKindere, ruimschoots voldoende om het portret te voltooien, hier en daar nog een lichte trek, veegt met de zijkant van zijn rechterhand even over haar gezicht, geen liefkozing, een correctie, intuïtief lijkt het, maar heel accuraat. Amper een kwartier in de weer.
Nog wat decor, open kraag, klopt niet, ook niet het geruite hemd, onbelangrijk.
De karaktertrekken, de lichte frons, blik beetje gejaagd, je leest het zo in het portret.
Hij sluit het schetsboek, geen grijns, geen fijne glimlach. Alsof het heel gewoon was.
Kijkt onverstoorbaar naar buiten, felle zon.
Het Maroxelloise meisje op het perron schreeuwt luid tegen haar man, iets heeft hij niet gedaan, of net wel. Hoofddoek en donkere bril. Hij bekijkt ze heel even, niet interessant, hij zoekt wat anders.
Schetsboek blijft dicht. Nu toch een fijne glimlach.
Thuis hangen de kleine meesterwerken met punaises aan de muur, de gestolen Mona Lisa's van de stad.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten