vrijdag 12 juni 2009

Iedereen kust iedereen. Soms heb ik de indruk dat ze mekaar ook kussen bij het komen en gaan van en naar het toilet.

Café l’Union is een waar broeinest van creatieve geesten, aankomende en gearriveerde artistieke talenten.
De laptops worden gezwind op tafel opengespreid, vervolgens schurken zich een drietal creatievelingen rond het beeldscherm en beginnen geanimeerd te brainstormen.


Ondertussen lopen comédiens druk over en weer te bellen met één of andere producer of opnameleider. Naast mij zit een man met Mexicaanse looks zwaar te hoesten, ik kijk wel uit.
Iedereen kust iedereen. Soms heb ik de indruk dat ze mekaar ook kussen bij het komen en gaan van en naar het toilet.
Op het terras zit een vrouw met het kapsel en strikje van Bobette. Zij zit buiten met een dunne T-shirt. Binnen zit een meisje met een dikke wollen trui en dito muts : vriest het binnen ?

Patrice, de kelner, heeft al maanden zijn haar niet meer gekamd.
Meisjes komen binnen met donkere brillen en zwarte kledij – ik was verleden week in St-Germain-de Près, dit café heeft duizendmaal meer authenticiteit dan café De Flore en vooral : het is duizendmaal goedkoper.
Een man legt ongegeneerd zijn voeten op de stoel voor hem : zou je vooral niet moeten proberen in St-Germain.
Een jongedame heeft een zware nacht gehad en dommelt zachtjes in. Ook zij heeft verwarde haren.
Ik denk dat veel mensen hier met hun handen in het haar zitten.
Een man komt binnen met een grijze box, ongetwijfeld zit daar opnamemateriaal in.
De Mexicaanse hoester blijkt een schilder te zijn, hij praat over een project dat er zit aan te komen, alleen weet ik niet wanneer. Later blijkt : hij evenmin.

Er komt een dikke man binnen met een veel te gekleurde gebloemde sjaal, hij praat met een Noordfrans accent. Hij is in topvorm want begint meteen fors in zijn handen te klappen op de muziek.
Hij blijkt ook een grapjas te zijn want binnen de minuut gaat zijn tafeltje aan het gieren.
Ondertussen schrijdt Patrice, met de verwarde haren, door het café alsof hij alle dagen une nuit blanche heeft gehad – misschien is dit wel zo ?
Het café zit vol, hij runt alleen de keet, niemand mort als de bestelling wat later komt. Komt ze later ?

Een clochard zit naast twee artiesten, waarvan de ene zijn spaghetti halfweg laat staan. De clochard vraagt of hij de rest van zijn bord mag opeten.
Zonder problemen wordt dit doorgeschoven.
Een man zit te denken voor zijn pint : ongetwijfeld een project waarop hij broeit.
De luidruchtige dikkerd met de gekleurde sjaal stoort hem hierbij lichtjes.
Een blonde nicht in jeans passeert vlak aan mijn tafeltje. Zijn beide achterzakken zijn zeer assorti gescheurd, daardoor komen er twee perfect vierkante vlekken tevoorschijn op zijn kont die een roze onderbroek verraden.

Het is maandagmiddag één uur, hier is geen sprake van middagpauze. Behalve ik let niemand op zijn klok. Als ik de plek verlaat begint Neil Young aan “A heart of Gold”.
Als de Cirio zeer terecht een beschermd café is, moet l’Union onverwijld en zonder pardon eveneens op deze lijst.

Praise the Lord voor dit soort Brusselse staminees.

Lees de brusselse vertaling hieronder.





Geen opmerkingen :

Een reactie posten