Een vrouw eet een appel, nipt van haar pint en rookt onderwijl een lange Pall Mall.
De oude Marokkaan bekijkt zijn pas afgehaalde foto's en glimlacht. Kinderen ? Kleinkinderen ? Verweg of dichtbij ?
Het druppelt aan VanderSchueren, de wind wuift de eerste herfstbladeren van de stoep.
Cool people op het terras, zilveren ringetjes in het linkeroor, een bloedrode sjaal, een gele pull, frivole hoedjes uit lespetitsriens, paarse brilletjes.
Twee agenten roken op de trappen van het bureel. Ze praten over de afnemende criminaliteit in St-Gillis.
Eén jongeling leest 'Le Monde' maar niet lang.
Le beau monde passeert op straat in dit deel van de stad.
Een jongeman kust een meisje en blijft heel lang rechtopstaand praten, zij kent de rest van de tafel niet.
Een klant praat met de serveuse over zijn vakantie. Azerbeidzjan, weinig volk uit deze contreien begeeft zich naar Blankenberge.
"C'était bien ?" - "Le max, un pays à découvrir, il faut absolument y aller."
Hij is alleen geweest, liftend natuurlijk, tot aan de horizont van de Kaspische zee. Daarachter ligt het mysterieuze Oosten.
De gebruinde man vóór mij heeft zijn hele kale hoofd geparfumeerd, een zoete geur die zelfs de voze uitlaatgassen verdringt.
Als de zon af en toe door de wolken breekt, als een zoeklicht de tafeltjes belicht wordt er luid gelachen of gewoon doorgebabbeld.
Een duif landt, er liggen alleen maar peukjes, ze kijkt rond en vliegt ineens weg, een kat ligt op de loer.
Onder de schaduw van de kerktoren zit het Volk van Sint-Gillis en geniet.
Men leeft pover maar niet triest.
Deze gemeente heeft alle troeven. Verweg de kitsch van de Ilôt Sucré en de tum'asvu van Sint-Goriks.
Verweg de horde toeristen. Hier en daar een Trotter, maar hier is alleman trotter.
Een zinderende joie de vivre hangt over dit Plein van de Hemelse Vrede.
Saint-Gilles waakt over ons.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten