dinsdag 20 september 2011

Neu Sprotjes

Nieuwe begrippen ter verrijking van de Brusselse taal


Mettekous : een Brusselaar met fel gekleurde kousen
è Belbaiseeken : Telefoonsex
Eilaba BasKet ! Jonge ket die basketbal speelt op de pleintjes van Kuregem of Molenbeek.


zie ook_______________________________________________________
e parolleke : verkleinwoordje. E castrolleke : fijne ringbaard, genre Cortebeeck. E Castroke of Ne Castro : zware baard, genre Castro.
compasseduud : euthanasie. Een smostach : onzorgvuldige eter, waarbij één en ander blijft plakken aan de snor.
Ne castroet: Kasseistraat die helemaal wordt opgebroken en geasfalteerd.Een aanslag op de eigenheid en mannelijkheid van de straat. Het is niet langer een straat met ballen maar een gladde karakterloze baan.
Ne Malapiet: Man die sukkelt met chronische blaasontsteking. e Crabuulleke : weerbarstige krab, die zich moeilijk prijsgeeft in de Rugbyman op de Vismarkt.
Ne Caracolleur : iemand die blijft plakken aan een caracollenkraam of bij de Noordzee op St-Kathelijne.
E Blaftuurke : verkoopster in de Inno met hele lange valse wimpers -Caraoke : clochard zwaar aan de drank die veel lawijt verkoopt onder invloed van zijn Cara-pilsjes - Billentoeker : bx laptop - Blasfonneur : militante vrijzinnige - Surplaske : bx slow - Deux Yeuxken : zwaar gesluierde moslima - Trottoirdoemper : roker op straat aan een winderig kantoor - Piszinneke : bx pissijn -
Bagabelleke : bx sms - een uurmoïke : Brusselse I-pod - Ne Vingereir : Brusselse GSM.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten