zaterdag 31 december 2011

Oudejaarsochtend

Op de heel vroege ochtendbus richting Schaarbeek zit een Turkse vrouw met haar jongere broer.
Het is muisstil op de bus en op dit uur is dit weldadig.
Tot zij opstapten en meteen aan één stuk beginnen te kwekken. Wat bij Allah dient men zo vroeg al te verhalen onderweg naar oom of tante op de Haachtsesteenweg ?
Behalve de jonge Turken zit er nog een indroeve vrouw naast mij, ze moet veertig jaar zijn en totaal opgeleefd. Thuis alleen met drie woeste pubers die pap verafgoden, ondermeer omdat hij er amper naar omziet en zij, die gegeven de situatie, alleen maar kan dromen van een nieuwe man. Ondertussen moet er ook brood op de plank komen want voor de alimentatie heeft hij een achterpoortje gevonden, daar kan ze naar fluiten, ze heeft tenslotte al het kindergeld.
Door het raampje ziet ze het reclamebord Sevenhill, een jong gezinnetje, het jongetje kijkt fier naar papa, mama lacht minzaam. Zij wendt meteen het hoofd af.

Helemaal achteraan in de verlaten bus zit een jongeman met een brede blauwe doek voor zijn mond, weggelopen uit een ver land ergens in het midden van het oosten. Hij kijkt ongemeen gemeen.
Ik vermoed dat hij een kalashnikov verbergt onder zijn dunne anorak. Straks rekent hij af met al die
gelukkigaards die allemaal werk hebben, geen strafblad en een happy family.
Alleen de droeve vrouw zal hij sparen, evenwel niet uit compassie.

Buiten is het nog grijs, net als de twee duiven die hun ontbijt zoeken in het braaksel van de man die net passeerde met een flesje Primus in de hand.
Hij is voornaam gekleed, zij het dat de cravate ietwat scheef hangt en de pas niet meer tredvast.
Hij loopt doelloos op en af na een donkere nuit blanche. Zijn maitresse heeft het gisterenavond uitgemaakt, ze wilde schoon schip maken vóór het nieuwe jaar, zijn vrouw had de SMS'jes allang ontdekt en hij is alles en iedereen zo beu, zo beu.

De ochtend klaart slechts moeizaam op, iets of iemand belemmert.
Er passeren nog twee meisjes met dunne oogjes aan het venster, ze zijn de verkeerde kant uitgegaan en bestuderen de kaart. Het is Chinees voor de Japanse meisjes.
Er is in deze stad veel meer te zien dan negen bollen en een manneke dat pist.
Deze plek is evenzeer een vloedmerk, een refuge, een oord voor bannelingen, hopelozen, drenkelingen, anoniemos en desperado's.
De stad van het verdrongen en verdronken verdriet.

Brussel, 31 december 2011, 07u23.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten