zondag 5 februari 2012

De Naamloze



"Quoi, tu vas me mettre dans la rue ?" - een groezelige mulat in een te grote jas met een Glückpilsje in de hand lacht naar een Security. "Me mettre à la porte ? Mais, j'habite dans la rue mon vieux," en hij lacht een rij bruine tanden bloot.
Altijd wat zatlapperij op zondagochtend in het Centraal.
De twee Securities, gewoon om met dit soort volk om te gaan, kunnen er mee lachen.
"Alors, tu connais le chemin," antwoordt de grijzende Securail. De straatbewoner bougeert niet maar blijft in goede mood : "Je ne comprends pas Français."

De twee agenten blijven doodkalm tot er zich een grotere groep aandient. Dan wordt het grimmig.
Ze bezetten meteen met veel kabaal de wachtzaal, ééntje heft iets aan wat naar de 'Internationale' neigt.
De anderen brallen luid mee, de kleinste morst bier op de bank terwijl hij met zijn armen zwaait.
Een ouder koppel fronst de wenkbrauwen, een expat kijkt even over zijn krant maar duikt meteen weer
in de beursberichten. Ze zijn gekend, zelfs bij naam en ze worden getutoyeerd.
"Je t'ai déjà dit mille fois que c'est pas votre salon ici Richard."
Richard lacht, ook al met onverzorgd gebit.
Daarop neemt de Security de walkie talkie ter hand : "Evacuatie gevraagd, evacuatie gevraagd.."
Evacuatie ? Dat lijkt op een tsunami of een aardverschuiving.
De Securities zetten zich in een hoekje in afwachting van het evacuatieteam.

Richard heft nog één keer zijn stem :
"Je t'ai toujours respecté," - "Moi aussi," roept de grijze terug.
En dan zegt Richard iets wat even het geroezemoes in het station doet vervagen, zelfs de expat kijkt op :
"Tu sais quoi, oublie mon nom."
En de echo weerklonk in de immense hall.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten