"Hebt ge iets mee om te lezen ?"
"Een gewoon boek uit onze boekenkast."
Een gewoon boek, wat moet ik me daar bij voorstellen ?
Dat zou een boek kunnen zijn om de verveling te verdrijven, onderweg of tijdens, want het meisje met de blonde haren en azuurblauwe ogen vertrekt op vakantie.
Voorlopig wacht ze op een trein die vertraging heeft in Brussel Zuid.
Ze is niet alleen, haar chaperon is een brave jongeman met bruine krullen en zwarte rolkraag.
Hij zwijgt teveel of wijselijk.
"Ik heb aan mama gevraagd mijn GSM op te pakken als ze bellen. Anders zit mijn voice-mail keivol als ik weerkom."
Ze zucht.
"Ik kan me vantijd zo raar voelen en een ander moment zo blij." -
"Ik weet niet, misschien was ik beter thuisgebleven, maar als ik thuisblijf beklaag ik mij dat ik niet weg ben gegaan en als ik wegga wil ik liever zo rap mogelijk naar huis. - Zoudt ge uw geld nog terugkrijgen moest ik het nu vragen ?"
De jongen is één en ander gewoon, heeft al veel laten passeren maar hier moet hij zich tussen wringen, zij het ietwat onelegant : "Ge moet wel weten wat ge wilt hé, 'Bieke'."
Ze is dus zijn Bieken. Ik weet dat Biekes onvoorspelbaar zijn maar ik laat ze altijd ongemoeid, behalve als ze op mijn lip zitten. En daar was dit Bieke inderdaad heel dichtbij.
"Da's just mijn probleem, ik weet dat zelf niet..".
Er wordt even gezwegen. Ze roert in haar warme choco en staart dan naar de lichtroze muur, terwijl ze met haar wijsvinger even over haar voorhoofd wrijft.
"Ik voel vantijd al een rimpel opkomen, juist boven mijn wenkbrauw."
De jongen fronst zijn voorhoofd.
"Gij moet daar ook voor oppassen," zegt het meisje.
De jongen lacht.
Zij het niet uitgelaten.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten