De vader speelt met de witte teentjes van zijn dochtertje. Ze zit tussen twee zetels op Tram 3 en is zwaar geschminkt, net terug uit de Kinderopvang.
Ze heeft een Chinees gelaat omdat haar oogleden donkerrood zijn geverfd en onderaan lichtoranje.
Vermoedelijk betrof het een Oosters sprookje dat te fel werd ingekleurd.
Op haar linkerknietje heeft ze een kleine schaafwonde, ook al in het rood. Ze heeft dit omrand met zilveren sterretjes zodat de blessure haast feestelijk oogt.
"Hoelaat is het papa ?" - de papa is apetrots op zijn kind, hij houdt ze nauwlettend in het oog door het vensterglas rechttegenover hem. "Telaat om nog naar Grasshopper te gaan, is hij de vraag voor.
"Maar kijk dan op je horloge," zegt ze zeurderig kwaad omdat hij zo alert is.
Ze spreken een doffe taal met teveel medeklinkers.
Een boomlange jonge Maroxellois in een lange witte tuniek zet zich neer op de vrijstaande zitplaats en belt meteen naar zijn vrouw : "Moet ik het vlees ophalen ?". Hij spreekt Berbers met een licht accent en dat is vreemd. Meestal spreken mensen uit die streken Frans met een Berbers accent.
Een Pakistani belt dan weer naar zijn schoonzus met de vraag of ze komt eten.
Misschien is het geen Pakistani, maar eerder Bengaals, het klinkt wat schriller dan het zuivere Pakistani.
"Kom je dan morgen ?" - Ik kan het antwoord niet verstaan maar het lijkt hem niet te bevallen.
Het hoogblonde meisje en haar inktzwarte vriendje zitten op één stoel. Hij heeft een half ontblote bast en is gespierd. Hij spreekt Swahili, zij Belgisch Frans. Hij vindt het maar sneu dat ze zaterdag moet werken, met zo'n mooi weer. Ik denk dat ze antwoordt : "C'est la vie chou," maar ik ben niet helemaal zeker.
Eén te oude Afrikaan voor één te jonge vrouw stappen op aan de Beurs. Ongetwijfeld is zij gevallen voor zijn aanstekelijke Desmond Tutulach.
"We zijn te laat om op tijd te komen," zegt zij zomaar en dat lijkt mysterieus.
"Who cares ?", antwoordt hij, maar dan in het Lingala.
Twee blozende facteurs die door de week duiven melken zijn werkelijk onverstaanbaar. Ik versta geen gebenedijd woord van hun Oostvlaams Koeterwaals.
Voor de rest is het peis en vree, alles klaar en duidelijk op de zomerse tram tussen Barrière en Rogier.
Een heerlijke spraakwaterval waaraan ik mij gulzig laaf.
De zinderende couleur glocale van een Babelse stad.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten