zaterdag 17 november 2012

Het Grote Feest



Ze aarzelt.
Hoofdje schuin, bekijkt zichzelf in het hoge glas.
Twijfelt, is er teveel keuze ? Vindt ze het maar niks ? Helemaal uit de tijd ?  Lange wijde kleren in paarse en witte satijn. Ze bijt op haar nagels, gaat naar de volgende vitrine, bekijkt opnieuw zichzelf, schikt even haar halflange haar.
Ze draagt een lichtgrijze jeans, kort vestje, wit hemd. Een zilveren halssnoer, roodgelakte nagels, roze ballerina's.
Ze gaat nog eens terug naar de paarse ruit, schuift even opzij in het NaamvanJezusstraatje. Ze kijkt naar de overkant en dan opnieuw in het uitstalraam. Er is een lauw zonnetje op de Vlaamsesteenweg, een lachend koppeltje passeert, ze lopen de winkel straal voorbij.
Het dikke meisje met de zware bril mijmert troosteloos aan het Au Louvre.
Geen enkel kleed zal voor haar passen, te klein, te zwaar, niet elegant genoeg voor de lange sleep.
Geen enkel model zal haar staan, nooit zal ze stralen, nooit waardig schrijden door de middengang, strompelen wellicht, hoongelach.
In de blanke etalage ziet ze alleen maar zwart.
Ze wordt nooit de witte zwaan met de lange nek en de ranke enkels. Even maar had ze dat gedroomd, ze was nog een kind toen en alles moest nog beginnen. Geen witte prins, de dwarrelende confetti, de tortelduiven, taart met duizend étages en slagroom, het applaus bij de openingsdans, de fiere ouders, de glunderende oogjes : all wishful thinking.
Hoofdje schuin, links, rechts : who will ever love me ? Hou ik van mezelf ?

Ze dooft haar sigaret, schikt nog even haar haar en stapt dan fier en resoluut de winkel binnen.
Ze lacht breed aan de toog, de diensters begroeten haar hartelijk, alles ligt klaar.
Het wordt een megafeest.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten