zondag 22 november 2009

Dovemansgesprek

De twee meisjes rechttegenover mij in café Toots in Evere praten luid en geanimeerd, en vooral met veel en brede gebaren.
Ik kan evenwel niets opvangen van hun hoogst interessant gesprek want ze zijn allebei doofstom.
Zij kunnen echter wel lezen wat ik zeg tegen de gezel aan mijn tafel.
Dat hebben ze voor op ons, maar het is een klein voordeel.

Ze zijn over mij bezig, zoveel is duidelijk.
Ik weet niets over gebarentaal maar kan wel het één en ander raden. Het blonde meisje bolt haar wangen en maakt het gebaar van een waggelende olifant. Dat is erover. Akkoord : ik ben niet tenger, eerder volslank, maar zo vet als het slurfdier is iets heel anders.
Als ik dit verontwaardigd vertel tegen mijn compagnon moet de blonde lachen - wat ik als uitlachen interpreteer.
Haar vriendin tikt met haar wijsvinger tegen haar voorhoofd : nou breekt mijn klomp.

Omdat ze niet langer zouden luisteren houd ik mijn hand voor mijn mond, terwijl ik mijn beklag maak tegen mijn tafelgenoot.
Dat zint ze niet. De blonde steekt nu haar wijsvinger een paar keer kort na mekaar in de mond.
Ze moet overgeven van mij.
Daarna legt de andere haar beide handen achter haar oren en zwaait even met beide.
Wat nu ? Zij luisteren toch ook mee ?

Omdat alle bruggen nu toch opgeblazen zijn zeg ik met onbedekte mond dat ik ze hoogst onbeschoft vind. De reactie blijft niet lang uit.
De gezel van de blonde strijkt met haar hand over haar nek, bij de Napolitaanse comorra behoeft dit geen verdere uitleg.
Dan wordt er even gezwegen door het doofstom koppel.
Dat is wijs.

Ik begin over iets heel anders.
Ik zie in een flits hoe de blonde gebaart dat ze gisteren haar rechterarm heeft afgebonden, de andere maakt een beweging die verdacht veel lijkt op een injectienaald. De blonde beaamt.
Hier zou ik ze mee kunnen pakken, maar ik laat het rusten.

Bij al dit druk gebabbel over en weer constateer ik dat het lezen van de gesproken taal geen klein, maar een groot voordeel zou zijn voor een columnist.
Na de aanschaf van een donkere bril leer ik beslist liplezen.
Er ligt nog een onontgonnen wijdvertakte goudader op straat.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten