woensdag 30 juni 2010

Valavond in de Lakensestraat

In het café op de Lakensestraat zit een vrouw van middelbare leeftijd met een Page-kapsel.
Dat staat te jong voor haar, alsook het jeansvestje, de veel te nauwsluitende broek en het wijdopen hemd.
Sommige laagjes worden beter verhuld.

Een jongeman die net zijn haar heeft gewassen begint aan zijn derde Chimay, hij kijkt onwezenlijk droef, soms naar buiten, ook daar zit het niet mee - druilerig weer, het zal zo meteen gaan regenen.
Vantijd dwaalt hij af naar zijn GSM op de tafel voor hem.
Hij beroert even de toetsen alsof hij tedere herinneringen heeft aan zoete SMSjes.
Na een tijdje merk ik een zekere grimlach als hij dwaas, in het niets, voor zich kijkt. De drank begint zijn werk te doen.
De blonde cafébazin heeft een gewillig oor voor de tooghangers maar geen tijd om alle eenzame zielen in haar etablissment te troosten, daarom geeft ze die meteen straffe medicijnen.
Drie zware Chimay’s, wellicht werkt dit sneller dan Prozac.
‘Nostalgie’ lijkt me niet de beste remedie maar voedt wel de melancholie die dan weer het drankverbruik bevordert.
Aan de toog wordt heftig gediscussieerd door een man met een rode vest en een zware moustache, het is spielerei want iedereen lacht, ook als de snor hard op de toog klopt.
“Tu m’énerves”, zegt de blonde achter de comptoir, maar ze meent het naturlijk niet want de moustache klopt nogmaals.

De spannende broek heeft een gezel, een jongeman van Marokkaanse origine. Naast het wijdopen hemd en het Pagekopje is ze ook nog eens zwaar geschminkt, bij valavond gaat één en ander wat uitlopen.
Ze zit kort bij de jongeman maar ze zit niet in de stiel, zij betaalt evenmin voor de aandacht want hij trakteert.
Ook hij zit aan de Chimay maar luistert belangstellend naar de vrouw : misschien is het haar pleegzoon ?
Soms kijken ze in mekaars ogen en glimlachen dan even, het is zeker niet haar pleegzoon.
Ze leunt nu achteruit en monstert hem even vanop een afstand.
Dat vindt hij amusant, hij knipoogt, zij lacht opnieuw.
Ze zijn niet bekend in het café, niemand groet of spreekt hen aan. Ze zijn hier geland en genieten van mekaars aanwezigheid in de volstrekte anonimiteit van deze stad.
Ze kruipt weer dichter tegen hem, maar ze raken mekaar nooit aan. Het is nog pril, misschien hoeft het voor geen van beiden, zijn ze gewoon tevreden met een flard aandacht.

De man met de versgewassen haren laat opeens zijn vierde Chimay halfvol staan en verdwijnt abrupt alsof hij zoveel gratuite genegenheid niet kan verdragen.
“You were always on my mind,” weergalmt door de krakende luidsprekers.
Vleesgeworden smartlappen in de Lakensestraat.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten