Hij is helemaal in het zwart. Doet gewoon zijn werk.
Schuifelt van de éne kant van de ruimte naar de andere. Ogenschijnlijk en voor het oog van de camera moet hij niets doen. Dan zijn het lange dagen, helemaal niets uitrichten.
Hij blijft staan bij een grote foto, bekijkt het van veel te dichtbij, neemt geen afstand, gaat verder.
Klopt even met zijn linkerhand tegen de lange witte muur, dan handen op de rug.
Hij passeert vaak langs de video van Elina Brotherus die zichzelf naakt portretteert in het kristalheldere water van een desolaat meer in Finland.
Checkt zijn mobieltje, geen enkel berichtje.
Er is overleg tussen zijn collega op de overloop, het duurt maar even, een kwakkel over de chef.
Een andere medewerker komt langs, ook al in het zwart, hij draait met zijn rechterhand over zijn linker : wissel van zalen.
Dat zorgt voor een kleine afwisseling in het monotome bestaan van de suppoost.
Straks staat hij aan de ingang, scheurt de tickets.
Nu schuift hij langzaam, hoofd naar de grond, langs de linkermuur en keert terug langs de rechter.
Volgen zaalwachters een vast opgelegd tracé ? Misschien is het wel een steelse dans, een verborgen laag onder het vernis, het lijkt alsof ze zomaar wat kuieren : vergeet het maar.
Zo houden ze de concentratie scherp, blijven ze alert.
Hij gaat nu opnieuw de zaal in, handen op de rug, dat geeft een zeker aanzien.
Dan gaat hij staan, nog steeds handen op de rug, als een fiere soldaat, de benen lichtjes gespreid.
Tussen twee zalen zodat er zicht is over de twee ruimtes.
Zijn blik blijft hangen bij het mooie, blijkbaar bijziende meisje, ze plakt haast tegen de foto's.
Is hij bezorgd om het materiaal of geïnteresseerd in het meisje ?
Plots veert hij op, schiet als een duiveltje uit een doosje naar een nietsvermoedende bezoekster -
'on ne peut pas photographer madame' - sec, maar vriendelijk.
Glimlacht bij het terugkeren naar zijn plek naar een jonge moeder die een pasgeboren kind op de buik draagt.
Het is stil in de zalen van de Bozar, net als in de lege kerken van Brussel, zelfs de voetstappen klinken gedempt in de gewijde ruimtes.
Hij klasseert de wegwijzerkaarten Frans, Engels, Nederlands, in de juiste volgorde.
Krabt in zijn haar, gaat wat zitten spelen met de Ipad en de foto's van Prisacaril, een video-kunstenaar.
Gaat weer wandelen door de witte zaal, plots, heel abrupt draait hij zich om alsof hij een snoodaard op heterdaad wil betrappen. Een schijnmanoeuver.
Niemand evenwel maakt aanstalten zich iets toe te eigenen.
Zaalwachter is een zogenaamd stil beroep.
Net als een monnik, of een badmeester. Ganser dagen staren naar de rimpels in het water, geen seconde wijken, owee als er één kind verdrinkt, je overleeft het nooit.
Owee, als iemand aan de haal gaat met The Pendant van Borremans.
Ogenschijnlijk doen ze niets, maar geen moment mag hun aandacht verslappen.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten