Op een zaterdagochtend in de Kartuizersstraat passeert mij een leuk blond meisje op de fiets.
Ze zingt luid en vrolijk. Dat heb ik allang niet meer gehoord. Zeker niet in het midden van de stad.
In mijn geboortedorp was er ook een mooi meisje die vooral 's nachts op de fiets heel luid zong.
Het was niet echt vrolijk, eerder gejaagd. Achteraf heeft ze mij dit bevestigd.
Doór te zingen gaf ze zichzelf gezelschap en schrok ze wellicht eventuele belagers af.
Dat lijkt een beetje op struisvogelpolitiek en tegelijk lok je daarmee ook volk.
Ik weet niet zeker of ze zich te pletter zouden hebben gevaren op haar klippen. Ze had een veel te goed karakter, als je daarbovenop ook nog mooi bent is dit een gevaarlijke cocktail.
Maar dit meisje in de Kartuizersstraat is helemaal niet angstig of gejaagd.
Waarom dan zoveel vrolijkheid ?
Mja, waarom moeten we ons dat afvragen ?
Zure gezichten op tram of bus : dààr stellen we ons geen vragen bij - maar als ons een zingend meisje passeert : homaar.. daar is wat aan de hand !
Ikzelf ben een geoefende fluiter, ook al omdat ik geen liedjes van buitenken.
Misschien zouden wij een vrolijk duo kunnen vormen : zij zingt de strofes, ik fluit het refrein.
Dat zou ongetwijfeld ook andere mensen inspireren.
Wellicht wordt de Kartuizersstraat daardoor een zingende straat.
Al wie voorbij de Cobra passeert wordt vriendelijk verzocht te fluiten, te neuriën of te zingen.
Op de fiets, met de kinderkoets, tevoet, joggend, per twee, in koor, in de wagen : alles mag en kan.
Vanaf het Bloemenhof mag je zwijgen, maar het hoeft niet.
Je mag ook doorgaan tot aan de Ninoofse Poort.
We zouden kunnen beginnen met één dag, om nadien te verbreden tot een Zingende Week.
We zien wel waar we uitkomen.
Ik stel 15 augustus voor als eerste Zangdag.
Wie niet zingt is gezien.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten