maandag 24 augustus 2009

Unicef

De lange Unicef-werver blijft immer vriendelijk op het Muntplein.
Hij klampt ieder wandelend object aan, wordt altijd vriendelijk of onvriendelijk afgewimpeld maar blijft lachen.
Hier en daar zelfs nog met een kwinkslag. Een vrolijk baasje.
Dat is misschien de beste remedie om in dit soort werk te overleven.
Eén keer heeft hij prijs.
Het is een licht verstandelijk gehandicapte jongeman, iets wat hij telaat merkte.
Wat nu ?

Aan dit soort mensen kan men zowat vanalles slijten, hij weet dat dit geen faire deal is, zelfs al is het voor het goede doel. Mensen van Unicef kunnen dit zeker niet maken.
Maar hij kan hem evenmin direct dumpen, ook dat zou zeer onbetamelijk zijn.
De jongeman in kwestie is in the mood voor een fijn gesprek met een nieuwe vriend : Facebook on the street.

Hoezeer de Unicefventer ook zijn best doet om de babbel vriendelijk af te werken, de jongeman geeft niet af.
Eindelijk iemand die belangstelling heeft voor hem en die hem zelf aanspreekt, wat hoogst zelden gebeurt.
Hij blijft maar vertellen tegen de geduldig luisterende kindervriend die alleen maar kan knikken.
De lange klopt zachtzinnig op de schouder van zijn gezel en wil hem dan uitwuiven.
Maar de jongeman bijt zich vast in zijn nieuwe vriend zoals een wezel in de nek van een konijn.

Hij haalt zijn rugzak van zijn schouder en haalt er een boekje uit tevoorschijn.
Gaat hijzelf wat slijten aan de Unicefer ? Dat zou pas vermakelijk zijn.
Het blijken vakantiefoto's te zijn, een hele reeks dan nog.
De lange man kan niet anders dan minnelijk buigen en knikken, want veel kans om iets toe te voegen krijgt hij niet.
Hij heeft nog wat in petto :
Uit zijn zak diept hij een soort dagboek op waarin hij uitgebreid begint te bladeren en vanalles toont.
Plots wordt de man van de kinderorganisatie in een heel andere rol geduwd, inplaats van zelf zijn waar aan te prijzen wordt hij nu de aanhoorder, en moet op een vriendelijke manier, met een kwakkel of tijdsnood voorwendend, de jongen zien af te wimpelen.
Hij beseft plots het pijnlijke van zijn eigen opdracht en voelt zich zeer ongemakkelijk.
Tegelijk is dit een prachtige oefening : de licht verstandelijke gehandicapte jongeman leert hem de stiel en zet hem een levensgrote spiegel voor.

Uiteindelijk tovert hijzelf een wit konijn uit zijn hoed.
Uit zijn eigen rugtas haalt hij een prentkaart van Unicef, die eigenlijk moet worden betaald en geeft deze cadeau aan de jongeman.
Deze is daar heel verrukt over en schudt hem hartelijk de hand, alsof hij daar op gewacht heeft om te vertrekken.
De lange man blijft nog even beduusd staan, hij is kortstondig de draad kwijt.
Hij beseft dat hij zich opnieuw moet opladen.

Een straf stukje straattheater in de schaduw van de Grote Opera.

2 opmerkingen :