zaterdag 6 maart 2010

GrassShoppers

Bij Grasshoppers hoor ik welgeteld één nederlandse dame.
De winkel is tot de nok gevuld maar zij domineert de hele handel.
Ze herhaalt luidop de prijzen voor haar twee koters die de snit hebben van twee wilde Apaches op het oorlogspad.
Zij vindt alles hardstikke leuk.

Een vrouw heeft zoveel ladders in haar nylons dat je moeiteloos tot in de hemel zou kunnen klimmen. Ze scharrelt tussen de pluchen beertjes en reikt daarbij zo hoog dat de sporten op haar ladders alweer toenemen.
Twee meisjesjongens zoeken een knuffeldier - waarom ? Ze hebben toch mekaar.
Ze zijn te zwaar geparfumeerd en spelen heel verwijfd.
De dikke mevrouw naast hen eet gulzig van een vol pak Choco-princes, een beetje later rest er alleen nog wat verfrommeld papier.
Een dame met pluimhoed beantwoordt haar GSM, ze blijkt een melomaan - ze wordt gebeld op de tonen van Eine Kleine Nachtmusik.

Een grootmoeder is gelukkiger dan haar kleindochter, ook al zal zij alles betalen.
Niets zo vertederend dan een oma en haar kleindochter in een speelgoedwinkel.
Ik heb veel oma's en grootomoe's gehad, maar er was geen speelgoedwinkel in ons dorp.
Wij gingen wandelen in het bos en speelden van Roodkapje : veel leuker.

De Brit draagt zijn groen geruit rokje Schots en scheef, hij is straalbezopen.
Wat zoekt hij bij Grasshoppers ? De vrouw achter de toonbank stuurt hem wandelen naar de Pub aan de beurs, ik betwijfel of hij zich daar in deze tenue zal thuisvoelen, laat staan dat hij binnen mag.

Een Duits koppel stelt bij Grasshoppers de meest onwaarschijnlijke vraag ooit :
"Waar zijn er nog speelgoedwinkels in de buurt ?" -
Het is niet alleen dom, maar ook onbeschoft.
Niemand vraagt de dichtsbijzijnde frituur nadat je gezeten in de Comme chez Soi de kaart hebt bestudeerd.
Drie Amerikaanse vrouwen van middelbare leeftijd gedragen zich als Amerikanen :
"Amazing ! Lovely ! Marvellous !".
Twee Westvlaamse koppels kopen heel gericht. De dame belt naar haar kleinzoon om te vragen of hij het Smurfje nummer 17 al heeft - zoniet brengt ze dit wel mee.
Helemààl uit de verre Westhoek om één Smurfje te kopen ? Ze zullen ook nog wel Manneke Pis aandoen.
Het andere koppel heeft geen kinderen, ze volgen gedwee, beleefd maar ongeïnteresseerd.

Ik heb bij Grasshoppers één dobbelsteen gekocht maar er toch een uur gesleten.
De lezer weet waarom.
Is het toeval dat Grasshoppers zich op de Grasmarkt bevindt ?
Het is meegenomen, de Pastorijhoppers of de ZwarteLieveVrouwhoppers : het zou absoluut niet bekken.

Aan de stadskanker naast de Kleine Beenhouwersstraat zit een andere stadskanker.
Een bedelaar heeft zijn boeltje uitgestald, de hond slaapt met één oog halfopen : dat heet een oogje in het zeil houden.
De man heeft een versleten washandje opgehangen aan de houten wand, om aalmoezen in te deponeren.
Een clochard met een washandje ?
Brussel blijft surrealistisch in al zijn vezels.
Niemand let op hem. Nochtans is hij heel atypisch op de Grasmarkt : hij is de enige die zich niet druk maakt.
Behalve ik dan.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten