vrijdag 11 mei 2012

De Oude Vrouw en de Jongeman

Staande in het portaal van haar huis laat ze hem ventileren.
De oude vrouw troost de jongeman met het weerbarstige rastakapsel in de buurt van de kerk aan het Olivetenhof. Ze brengt helemaal in de praktijk waar deze kerk voor staat.
Het kon mijn overgrootmoeder zijn geweest, in haar zwarte voorschoot en grijze bril. Ze runde een café in een negorij aan de Dender, gewoon om oeverloos te luisteren aan haar bruine toog.

De man is er erg aan toe, het lijkt liefdesverdriet ?
Is hij geschorst ? Of gewoon alle krediet verloren bij zijn huisjesmelker en staat hij op straat ?
Het kan ook zijn dat hij opnieuw is hervallen na een ontwenningskuur ? Of dat hij helemaal blut zit ?
Of hij heeft telefoon gekregen uit het verre land van oorsprong dat zijn jongste zus is gestorven ?
Of bericht ontvangen dat zijn asielaanvraag definitief is geweigerd ?
Hij is het zó moe om van dag tot dag te leven, in voortdurende onzekerheid.
En dan die verschroeiende aanblik van al wie het goed heeft, de glinsterende vitrines, gevulde portemonnees, onbereikbare vrouwen.
Heeft hij een maagzweer en geen geld voor de kliniek, is zijn dochtertje - de enige reden voor zijn bestaan - hem ontnomen because niet solvabel, geen geschikte woonst, bestaansonzeker ?
Beschaamd om te bedelen ? Weet hij niet waar vanavond te slapen ?
Heeft zijn zus en toeverlaat hem uiteindelijk de deur gewezen ? Opgegeven door de sociaal werkster ?
Heel heel alleen op deze wereld.

Heel veel om uit te huilen bij een oude vrouw.
Zij, zij heeft het allemaal overleefd, je leest het in haar gekreukt gelaat.
Teveel mannen, kinderen die nooit meer langskomen, zwart werk, depressies vóór het woord bestond, veel te jong en veel te oud een kind en dus verstaat zij hem hélemaal.

Tenslotte houdt hij op met snikken. Ze knuffelt hem kort en hij gaat de Onze-Lieve-Vrouwbroerstraat in, op weg naar nergens.
Op het terras van Le Soleil is het intussen volop lente aan de druk keuvelende tafeltjes, af en toe een schaterlach, mannen omhelzen mannen.
Een duif landt vóór de bank aan de kerk en pikt een stukje brood van de straatstenen.
Leven van de kruimels.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten