Er is veel cioccolato in het Italiaanse boek van het meisje achter mij.
Ze leest luidop aan haar Latin Lover die gretig luistert. Ik versta amper wat ze zegt maar geniet van de belcantokleuren en l'amore van het koppeltje.
Voor mij zit een American kwartet en ze houden de godganse rit geen minuut hun waffel.
Het gaat over planes, carpooling, extraordinary trees in Central Park en een zekere Sweetey, waarover ze het allen eens zijn.
Naast hem zit een dikke Italiaanse man met zijn vrouw, dochter en kleindochter. Hij luistert met gespannen rechteroor naar het geratel van de Amerikanen. Als geoefend luisteraar weet ik dat hij luistert, ook al kijkt hij helemaal de andere kant uit. Achter hen zit de dochter met haar nichterig vriendje.
La Mamma en Papa letten op hun kleintje. Het vriendje draagt het uurwerk van een duur merk en zijn parfum is te scherp voor een treinwagon.
Het Nederlandstalig Belgisch koppel waarvan ik vermoed dat de jongeman ingenieur heeft gestudeerd en van ver of dichtbij betrokken bij de aanleg van de GEN.
Dat zullen ook wij geweten hebben, want zijn stem draagt veel verder dan de tweezit.
Hij geeft omstandig uitleg aan zijn vriendinnetje hoe traag de werken vorderen, wie er dwars ligt en hoe het bureau teveel tijd verliest, zeg maar wordt geblokkeerd, door de verschillende politieke instanties.
Als hij ook nog technisch wordt moet het meisje een geeuw onderdrukken. Ze blijft vriendelijk knikken maar stelt nooit een vraag. Hij is voorzeker knap in zijn zak.
Een Nederlandse man, broer van Freek De Jonghe of toch in de buurt, probeert vergeefs zijn zoontje te troosten. Ik ken zijn kwaadheid.
Als ik op dit eigenste moment afstap in Brugge, die 19de mei, begint in Brussel de onvolprezen Zinnekesparade. Het is de eerste keer sinds 2000 dat ik die bonte stoet mis en dat stemt mij droef.
Het jongetje van de broer van Freek De Jonghe weet heel goed dat er geen enkele reden is waarom ze nu hoognodig naar zee moeten.
De zee is er voor altijd, de Zinnekes maar om de twee jaar en wellicht niet voor altijd.
Ik kan zijn woede begrijpen. Niet alleen zijn Pap, ook het Italiaans koppeltje, de Americans, de ingenieur, de Italiaanse families en bij verlenging het ganse spoorrijtuig - ze vergissen zich.
Ze hadden nooit met mij de trein mogen nemen in Brussel Zuid, die 19de mei van 2O12, in de vroege namiddag.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten