woensdag 30 mei 2012
Schaakmat
Ze zijn spaarzaam met woorden.
De tweeling is al een tijd aangespoeld op het terras van de Walvis, er staan vier lege Duvels naast het bord.
Bekijken doen ze mekaar nooit, ook niet na een beurt, er wordt nooit gelachen, nooit gepraat.
Het lijkt alsof ze nauwelijks genieten van hun nabijheid. Even knikt de éne langzaam met zijn hoofd, op en neer, op de tonen van een zomerse ballade uit een autoradio.
Maar dan is er weer diepe diepe ernst.
Eén van de twee bestelt twee koffie's binnen, ze moeten scherp blijven.
Het zwijgen neemt nog toe.
Allebei kortgeschoren, exact dezelfde houding, hoofd ondersteunend met de rechterelleboog op tafel.
Enkel het bord telt.
De jongen met het witte hemd laat zijn vingers even kronkelen, hij denkt na.
De blik van zijn broer blijft gebrand op de pionnen, géén enkele moet er maar aan denken het speelveld uit eigen beweging te verlaten.
Het lijkt alsof hij geconcentreerder speelt, hij heeft zijn vingers niet nodig om even na te denken.
Hij denkt sowieso vooruit, bestudeert de mogelijke verplaatsingen en weet precies hoe hij dient te repliceren.
Dan plaatst de beige een meesterlijke zet.
De andere twijfelt, weet het niet meer, staat voor blok.
Er wordt nog steeds gezwegen.
Daarop neemt het withemd het bord en draait het om zodat zijn broer aan zet is.
Nadat deze het puin heeft geruimd wordt het bord opnieuw gekeerd.
Meesterlijke vondst van de eeneïgen.
Het schaakbord kan alleen maar verbaasd toekijken.
Winnen doen ze altijd.
Allebei.
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
Geen opmerkingen :
Een reactie posten