vrijdag 13 januari 2012

Mannen en Vrouwen



De straatveger op Sint-Goriks kijkt net iets te lang naar de te oude vrouw voor de te korte rok, iets te lang om er het zijne van te denken. Ik kijk naar hem, maar ook naar haar omdat hij naar haar kijkt en ik niet zomaar om het even wat kan schrijven. Je hoort te weten waar mensen naar kijken.
Ik kijk net zolang om er het mijne van te denken.

Vrouwen horen te weten wat wanneer bloot mag en wat ze beter discreet verbergen. Verstandige vrouwen bestieren dat meesterlijk en die glanzen.
Mannen overigens, overschatten zichzelf schromelijk op dit terrein. Op fuifen, waar ze te oud voor zijn, of trouwpartijen, waar ze zichzelf piep vinden, kom je ze nog wel eens tegen.
Zich nog net in de strakke jeans gewurmd, dat lukt nog wel, maar boven de riem zouden ze niet misstaan in een overspannen kooi van hangbuikzwijnen, en al helemaal als ze aan het dansen slaan, vooral als ze al wat op hebben.
Zo worden beide sexen streng besnuffeld en gekeurd, door het vreemde en het eigen geslacht.

Bij Les Brasseurs zit zo'n mannentafel en een vrouwentafel, strikt gescheiden, met net één leeg tafeltje tussen beide. Het vrouwvolk, flink boven de zeventig, heeft de plek heel strategisch gekozen, net niet tekort bij, maar dicht genoeg om ze helemaal uit te kleden.
De mannentafel, vier mannen, twee van middelbare leeftijd en twee jonge gozers. Collegae van om de hoek, vooral de oudste wat gedrongen man voert het hoge woord, een beetje betweter, koketteert wat te graag met zijn ervaring. Zijn leeftijdsgenoot, een bescheiden man, bekijkt hem naïef bewonderend, de twee anderen luisteren gewillig, hij heeft meer gewicht op kantoor.
De vrouwen taxeren dit, discreet maar heel nauwkeurig. Hun lichaamstaal spreekt boekdelen.
Eén voor één wordt een verkenster uitgestuurd, even maar, een slinkse blik volstaat, meteen wordt het gebriefd. Wat gegniffel, waarop ze heel kort maar even opkijken.
Dan wordt de grote grijze met de donkere glazen in stelling gebracht. Topspion. De eerste moest alleen het terrein wat effenen, deze moet dieper inzoomen en nauwkeuriger briefen.
Haar rapport is lijviger en gedetailleerder, ze knikken alle vier.
Dan verslapt schijnbaar de aandacht, blijven ze zomaar wat onder mekaar bezig zonder op te kijken.
Het is slechts een adempauze tot er een nieuwe verkenster wordt uitgestuurd, te vaak te veel wekt immers wantrouwen, ook al zijn dit onvervaren sukkels, ze zouden amper merken als er een éénogige alligator door het café zou kruipen.
Ze discussiëren over cijfers.. "quatcent euro, je te dis.." - "la promotion de Jean-Claude vient trôp vite, il va se brûler, je te dis..". De anderen knikken.
Ze hebben niets in het ootje.
Mannen ? De vrouwentafel grinnikt.
Klungels ondereen. Alleen maar oog voor zichzelf.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten