maandag 18 februari 2013

Drenkeling




De man recht tegenover mij zit ineengedoken op de metro, als een schriel vogeltje in de holte van een oude schuur.
Hij bekijkt mij met verlegen blik, het stoort en prikkelt dat ik tegenover hem zit.
Hij kijkt opnieuw en kijkt dan weer weg. Schichtig, kijken, wegkijken, kijken.
Muts diep over zijn oren, sjaal voor de mond, rug gebogen. Het is een schrale man, klein en dun. Handen diep in de zakken van de grijze sweater onder zijn kortleren jas.

Deuren gaan open en dicht, hij kijkt opzij.
Steeds opnieuw zoekt hij mijn blik. Smekend en gebiedend. Een reactie ? Mag ik iets vragen ? Of net heel diep zwijgen ? Een korte groet ?
Zeg het dan toch : ik, de zielepoot.
Zo zeer smacht hij naar mijn spottende glimlach terwijl ik van hem wegkijk.
Ik, de zielepoot. Gebrandmerkt in vernedering.
Het aan- en afstoten van een drenkeling in de stad.

 

 

Geen opmerkingen :

Een reactie posten