zondag 3 februari 2013

Slowdrinking



Ze neemt slechts een minzaam slokje alsof ze de illusie wil wekken dat ze een fijnproever is. Dan neemt ze een pindanootje uit het glazen bokaaltje.
De vrouw is net de vijftig voorbij, profijtig geschminkt, lippen dun gestift. Keurig gekleed, niet opvallend, een blauwe rok, grijs truitje. Beetje breed in de heupen maar zeker niet mollig.
Ze drinkt nu wat voller van de Chimay, neemt gelijk twee nootjes.
Ze heeft een lichte tic, ze knipoogt met beide ogen tegelijk, met een zekere regelmaat.
In het helverlichte café aan de Helmetsesteenweg hangt lauwe muziek, men is te gortig geweest met lijnolie, het is al aan het donkeren. Twee Turken discussiëren aan de toog, twee andere mannen in overall uit een onduidelijk land aan de Zwarte Zee drinken 33 centiliters, gulziger dan de vrouw.

Zonder veel omhaal was hij vertrokken. Sec, zakelijk, zoals hij was, slechts een mededeling leek het.
De geest was allang uit de fles, maar zij berustte. Gewoonte, gemakzucht, omwille van de lieve vrede.
Eerst had ze aarzelend de sterke drank geproefd thuis, zomaar, het dempte het verdriet van het alleen zijn. Voor ze het besefte was het een gewoonte geworden, zo tegen de avond maar na een tijd ook al in de namiddag. Ze sliep alsmaar langer, soms tot 's middags.
En dan opeens, na een paar glazen cognac was ze op stap gegaan.
Altijd hetzelfde café, niet te ver van haar te groot en leeg appartement. Gezelschap, ook al zei ze geen woord, het gevoel dat ze bestond. Er is alleen de groet van de waard, soms een beleefdheidsbabbel, niet langer dan een paar minuten, hij weet dat, meer hoeft niet, liever niet.
Ze kijkt meestal naar buiten, de haastige passanten. Soms schikt ze haar haar, prutst aan haar armband, dan kijkt ze weer door het venster. Met het verstrijken van de avond wordt de steenweg alsmaar stiller.
Zo drinkt ze zich, heel traag, in een lichte roes.
Haar tic wordt alsmaar nerveuzer nu, onregelmatig, na de derde Chimay.
Straalbezopen wordt ze nooit, ze heeft geleerd langzaam dronken te worden, genoeg om recht te blijven, voldoende om de nacht door te komen.
Zo rond tien uur neemt ze haar sacoche en rode mantel.
"Bonsoir.." zegt ze vluchtig.
De mannen kijken amper op. De cafébaas heeft zijn vrouw aan de lijn.
Dan neemt hij het lege glas achteloos van de tafel.
Hij merkt nu pas dat ze er niet meer is.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten